Tips bij het lezen van het Diets
De werken van Hadewijch zijn geschreven in het Middelnederlands en dan nog in het Brabantse dialect; het Diets of Duuts. Teksten in het Middelnederlands zien er voor een moderne lezer misschien vreemd of moeilijk uit. Toch zijn met een beetje oefening de meeste teksten wel te lezen.
Vooral in het begin is het vaak handig om woorden hardop te lezen. Ook na veel lezen blijft het handig om onbekende woorden die je tegenkomt eerst hardop uit te spreken. Hardop lezen betekent ook dat je zelf actiever de teksten benadert. Daar komt nog bij dat Middeleeuwse auteurs de woorden opschrijven zoals ze in het gehoor liggen. Ze schreven vaak wat ze hoorden. Daarmee helpen ze de moderne lezer! Omdat er geen officiële spellinglijst was, kwamen er ook veel dialectvormen voor.
Tip 2: een klinker wordt lang door er een “e” of “i” achter te plaatsen
In modern Nederlands schrijven we een lange klinker door de klinker te verdubbelen: “rat” en “raad”. In het Middelnederlands wordt de verdubbeling aangegeven door er een “e” of “i” achter te plaatsen. Enkele voorbeelden: “waer” = “waar”; “dair” = “daar”; “scuere” = “schuur”; “toende” = “toonde’.
Tip 3: een teken voor “i” en “j”, voor “u” en “v” en voor “s” en “z”
De Middelnederlandse schrijftaal maakte gebruik van het Romeinse alfabet. Het Romeinse alfabet kende alleen de “I” voor de “i’ en de “j” en pas in de loop van de tijd is men i en j gaan onderscheiden. De “i” wordt dus dubbel gebruikt (bijvoorbeeld “iaer” voor “jaar” en “iong” voor “jong”). Dit geldt ook voor de “u” en de “v”; bijvoorbeeld “uele” voor “vele” en “louen” voor “loven”. De “z” wordt meestal met een “s” aangegeven: “onsalighe” = “onzalige”.
Tip 4: luister creatief
Omdat sommige klanken in het Romeinse alfabet niet voorkwamen en zeker het dialect om nieuwe tekens vroeg, moet de moderne lezer ook wat fantasie en creativiteit gebruiken. Bijvoorbeeld:
– “c” wordt vaak voor de “k” gebruikt: “ic” = “ik”
– “h” wordt soms wel geschreven maar niet uitgesproken: “ghenade” = “genade”
– “sc” wordt gebruikt voor de moderne “sch”: “scoenhede” = “schoonheid”
– “uu” staat voor de “w”: “uuater” = “water”
– “qu” is de “kw”: “”quaet” = “kwaad”
Tip 5: woorden die op elkaar betrekking hebben worden aan elkaar geschreven
Doordat men eerst en vooral de klanken weergeeft, kan het vaak gebeuren dat men woorden die samen uitgesproken worden, ook aaneenschrijft. Bijvoorbeeld “biddic” = “bid ik” of “tambacht” = het amb”
Wie meer wil leren over de Middelnederlandse taal is bij Literatuurgeschiedenis.nl aan het juiste adres. In tien korte lessen worden de grammaticale eigenschappen uiteengezet.