Brief 25
De Minne is alles
Een zeer persoonlijke brief over het vuur dat Minne in je binnenste laat branden. Hadewijch laat zien hoe zij een religieuze coach is voor de vrouwengroep die haar ter harte gaat.
[1] Groet van mij ook Sara, met dezelfde minne en het gebrek aan minne dat ik ben. Kon ik voor haar helemaal zijn wat ik in Minne wil zijn; dat zou ik graag voor haar doen, hoe zij mij nu ook behandelen mag. Zij heeft vergeten hoe ellendig ik me voel, maar ik wil haar niet terechtwijzen noch haar iets verwijten, aangezien ook de Minne haar met rust laat en haar niet terechtwijst. Die zou haar toch steeds opnieuw onder druk moeten zetten en bezighouden met haar verheven Geliefde. Nu zij andere bezigheden heeft en mijn hartenleed rustig aanziet en laat gebeuren, laat ze mij maar rond tobben. Toch weet ze wel dat ze voor mij een bron van opbeuring zou zijn in dit ellendig leven en straks in het genot van minne. Daar zal zij het ook zeker wel zijn, al laat zij mij nu dus gek maken.
[16] En jullie Emma en jij, die meer van mij gedaan krijgen dan wie ook buiten Sara, jullie zijn mij even dierbaar. Maar ook jullie beiden keren je te weinig tot de Minne die mij zo vreselijk gevangen heeft in stormen van onbevredigde minne. Mijn hart, mijn ziel en ook mijn zinnen vinden geen rust, overdag en ’s nachts niet, geen enkel moment. De vlam blijft voortdurend branden in het merg van mijn ziel.
Wat een mooie uitdrukking: het vuur van de minne blijft branden in het merg van haar ziel. Wat kunnen we ons daarbij voorstellen? Met merg wordt het binnenste, het centrum bedoeld van een orgaan. Figuurlijk betekent het ook het sterkste, beste of edelste deel. Hier zouden we kunnen spreken van het diepste van de ziel.
[24] Zeg aan Margriet dat zij zich hoeden moet voor verwaandheid, wijzer worden en zich elke dag naar God richten. Dat ze zich optrekt naar de volmaaktheid toe. Dat ze zich voorbereidt om bij ons te komen wonen waar wij gaan samenleven. Dat ze niet blijft omgaan met mensen die buiten Minne leven en niet bij hen blijven wonen. Het zou een groot gebrek aan vertrouwen zijn als zij bij ons wegbleef, die ons zoveel liefde gaf en die in de geest zo helemaal met ons verenigd is. En ook wij verlangen haar bij ons te hebben.
[34] Eens hoorde ik een preek waarin men over de heilige Augustinus sprak. Op het moment dat ik dit hoorde, werd ik van binnen zo in vuur en vlam gezet dat ik het gevoel had dat heel de wereld verbrand had kunnen worden door het vuur dat ik in mij voelde. De Minne is alles.
© Adrie Lint voor vertaling en toelichting.
Nummers verwijzen naar versregels van originele handschrift.
Toelichting of nadere uitleg worden cursief aangegeven,
zodat vertaling gemakkelijk aaneengesloten te lezen is.