De lijst is zeker niet volledig, maar kan een hulpmiddel zijn bij verdere studie.

= Hadewijch uitgaven (bronnen en vertalingen) =

= Liederen – Strofische Gedichten =

Hadewijch Strophische Gedichten, opnieuw uitgegeven door Jozef van Mierlo, Standaard, Antwerpen, 1942 (deel 1 Tekst en Commentaar, deel 2 Inleiding).

Hadewijch Strofische gedichten, Middelnederlandse tekst en omzetting in modern Nederlands met een inleiding door Norbert de Paepe, Martinus Nijhoff, Leiden, 1983.

Hadewijch. Het boek der liederen, uitgegeven door Herman Vekeman, Damon, Budel, 2005 (deel 1 Tekst en vertaling, deel 2 Commentaar).

Hadewijch Liederen, uitgegeven, ingeleid, vertaald en toegelicht door Veerle Fraeters en Frank Willaert. Met een bespreking en een reconstructie van de melodieën door Louis Peter Grijp. Groningen 2009.

= Visioenen =

Hadewijch Visioenen, opnieuw uitgegeven door Jozef van Mierlo, Leuven-Gent-Mechelen, 1924-1925 (deel 1 Tekst en Commentaar, deel 2 Inleiding).

De visioenen van Hadewijch, uitgegeven en ingeleid door Paul Mommaers, Gottmer, Nijmegen, 1979.

Het visioenenboek van Hadewijch, uitgegeven door Herman Vekeman naar handschrift 941 van de Bibliotheek der Rijksuniversiteit te Gent, Dekker & Van de Vegt, Nijmegen/Brugge, 1980.

Visioenen, vertaling door Imme Dros, met een inleiding en een teksteditie door Frank Willaert, Bakker, Amsterdam, 1996.

= Brieven =

Brieven van Hadewijch, in de oorspronkelijke tekst en in Nieuw-nederlandse overzetting met aantekeningen uitgegeven door M.H. van der Zeyde, Antwerpen, 1936.

Hadewijch Brieven, opnieuw uitgegeven door Jozef van Mierlo, Standaard, Antwerpen, 1947 (deel 1 Tekst en Commentaar, deel 2 Inleiding).

Hadewijch. Brieven: oorspronkelijke tekst en Nieuw-Nederlandse overzetting, door F. Bladel en B. Spaapen, Lannoo, Tielt – Den Haag, 1954.

Hadewijch Brieven, hertaald door M. Ortmanns-Cornet en ingeleid door Herwig Arts, Tabor, Brugge 1986.

De brieven van Hadewijch, uitgegeven door Paul Mommaers, Altiora, Averbode, 1990.

= Rijmbrieven =

Hadewijch Mengeldichten, opnieuw uitgegeven door Jozef van Mierlo, Standaard, Antwerpen, 1952.

Hadewijch Mengeldichten of Rijmbrieven, hertaald door M. Ortmanns-Cornet en ingeleid door Ward Corsmit, Uitgeverij Tabor, Brugge, 1988.

= Bloemlezing =

Paepe, Norbert de, Hadewijch. Een bloemlezing uit haar werken. Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1979.

 

= Overig =

Allard, E., Een grammaticaal onderzoek van het proza van Hadewych, Amsterdam/Nijmegen, 1937.

Angilis, A., De klooster-zuster Hadewig, dichteres der XLV liederen uit de XIIIe eeuw. In: C.A. Serrure ed., Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis, Deel II, Gent, 1858, p. 136-141.

Arts-Honselaar, Hanneke, Ende dat manen es eweleke euen nuwe. Eenheid en drieheid in de Brieven van Hadewijch van Brabant. Nijmegen, 2006.

Axters, S., Hadewijch en de Scholastiek. In: Leuvense Bijdragen. Tijdschrift voor germaanse filologie, 34 (1942), p. 99­-109.

Baere, Guido de, De Mengeldichten of Hadewijch met een janusgezicht. In: Millennium 7 (1993), p. 40-51.

Baere, Guido de, Verlangde Hadewijch naar visioenen? In: G. van Eemeren e.a. (red.). ’t Ondersoeck leert: studies over middeleeuwse en 17de-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van prof. dr. L. Rens, Acco, Leuven, 1986, p. 55-64.

Baest, Marieke van, Amorose. Symbool van verlossing bij Hadewijch. In: Herademing 8 (2000), p. 29-35.

Baest, Marieke van, Du mi al lief ende ic al di. In: De verlokking van de liefde. eenzaamheid en erotiek bij mystieke vrouwen, Dabar/Luyten, Aalsmeer, 1994, p. 62-90.

Baest, Marieke van, Fiere Herte doelt na minnen gronde. De fierheid als kernmoment in het zelfverstaan van Hadewijch. Tilburg, 1984.

Baest, Marieke van, ‘Ghelijc die scone rose (Hadewijch)’. In: De heraut, 116 (1985) 10, p. 267-272.

Baest, Marieke van, Hadewijch: een strijdbare strijdster, Lezing over het Jacobsmotief, uitgesproken te Ambt Delden, 27 januari 2000.

Baest, Marieke van, Hadewijch. Maakster van Minne. In: W. Logister/ F. Maas/ H. Witte e.a., Je ziel niet verliezen. Momenten uit de geschiedenis van de spiritualiteit, Nijmegen, 1985, p. 40-56.

Baest, Marieke van, Huiverend van Verlangen. In: Kitty Bouwmanen Kick Bras, Werken met spiritualiteit,  Ten Have, Baarn, 2001, p. 195-205.

Baest, Marieke van, Ogen van de ziel. De mystieke beleving van de Minne bij Hadewijch. In: Herademing 13 (2005), p. 42-46.

Baest, Marieke van, Poetry of Hadewijch, Leuven, 1998.

Bardoel, A.A., On the nature of mystical experience in the Visions of Hadewijch. A comparative study of the unitive and intellectual traditions. In: Ons Geestelijk Erf 66 (1992) p. 318-340.

Baumer­Despeigne, O., Hadewijch of Antwerp and Hadewijch II: Mysticism of Being in Brabant. In: Studia Mystica 14 (1991) 4, p. 16­-37.

Boeren, P.C., De heren van Breda en Schoten, Den Haag, 1965.

Boeren, P.C., Hadewijch en de heer Hendrik van Breda en Schoten. In: Bijdragen tot de Nederlandse taal- en letterkunde, deel II, Den Haag, 1962.

Bosch, J., Vale milies: de structuur van Hadewijch’s bundel Strofische Gedichten. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 90 (1974), p. 161-182.

Brandsma, Titus, Wanneer schreef Hadewijch hare Visioenen? In: Studia Catholica 2 (1926) p. 238-256.

Brauns, M., Fierheid in de religieuze beleving. Een fenomenologische peiling van de religieuze en mystieke beleving aan de hand van Hadewijchteksten, Brugge, 1959.

Brom, G., Hadewijch. In: Van onzen tijd 6, (1905-1906) p. 207-218.

Brounts, A., Hadewijch en de ketterij van het vijfde Visioen. In: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandsche Maatschappij voor taal­ en letterkunde (1968) p.15­78.

Brounts, A., Hadewijchs eerste ontwerp van de wezensmystiek (Br. XVII), In: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandsche Maatschappij voor taal­ en letterkunde 26 (1972) p. 5­61.

Corsmit, Ward, De heilige Schrift bij zuster Hadewijch. In: Ons Geestelijk Leven 40 (1963/4) p. 151-160.

Corsmit, Ward, Hadewijch. Een Diets-Middeleeuws model van creatief Christendom, Tabor, Brugge, 1986.

Cranenburgh, H. van, De teksten van Hadewijch over het delen in Maria’s goddelijk moederschap. In: Ons geestelijk erf, 33 (1959) p. 377-405.

Daróczi, Anikó, Ende hier omme swighic sachte, Atlas, Amsterdam, 2001.

Dijk, Annette van, Dichter bij Hadewijch, doctoraalscriptie, december, 1988.

Dijk, Annette van, Marie van der Zeyde en Hadewijch, geschiedenis van een dissertatie. In: Schriftuur 4 (2004) p. 12-39 en p. 40-46.

Dijk, Annette van, Welk een ketter is die vrouw geweest! De plaats van Albert Verwey in de Hadewijchreceptie, Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2009.

Enklaar, D., Reinaert en Hadewijch. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 43 (1924) p. 77-79.

Faesen, Rob, Begeerte in het werk van Hadewijch, Peeters, Leuven, 2000.

Faesen, Rob, Lichaam in lichaam, ziel in ziel: Christusbeleving bij Hadewijch en haar tijdgenoten, Ten Have, Baarn, 2003.

Fraeters, Veerle, Beeld en verbeelding in de Visioenen van Hadewijch. Gastcollege, Leuven, 2010.

Fraeters, Veerle, Van in-zien naar één-zijn. Over de Visioenen van Hadewijch. Syllabus bij de Studieweek Mystiek, Tutus Brandsma Instituut, Nijmegen 2005.

Fraeters, Veerle, Visioenen als literaire mystagogie: stand van zaken en nieuwe inzichten over intentie en functie van Hadewijchs Visioenen. In: Ons geestelijk erf 73 (1999), afl. 2-3, p. 111-130.

Fraeters, Veerle. Zwart. Over het negende visioen van Hadewijch. In: Porteman, Karel (e.a.). Tegendraads Genot, Leuven, 1996, p. 39 e.v.

Ginneken, J. van, Het wieledenken van Hadewijch. In: Onze taaltuin 1 (1932-1933) p. 33-40.

Grijp. Louis Peter, De zingende Hadewijch. Op zoek naar de melodieën van haar Strofische Gedichten. In: Frank Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen, Prometheus, Amsterdam, 1992, p. 72- 92 en 340-343.

Guest, Tanis M., Some aspects of Hadewijch’s form in the Strofische Gedichten. ’s-Gravenhage, 1975.

Hendrix, G., Hadewijch benaderd vanuit de tekst over de 22ste Volmaakte. In: Leuvense Bijdragen 67 (1978) p. 129-145.

Heszler, E., Der mystische Prozess im Werk Hadewijchs. Aspekte der Erfahrung – Aspekte der Darstellung, Ulm, 1994.

Heszler, E., Die sieben Namen der unnennbare Minne: Das XVI. Mengeldicht Hadewijchs. In: Religiöse Erfahrung: historische Modelle in christlicher Tradition, W. Haug und D. Mieth (Hrsg.), Munchen, 1992.

Heszler, E., Stufen der Minne bei Hadewijch. In: Frauenmystik im Mittelalter, Peter Dinzelbacher/ D.R. Bauer (Hrsg.), Ostfildern, 1985.

Hooft, H.G. ’T., Uit de verzen en het proza van Hadewijch. Met inleiding en aantekeningen, Zutphen, 1938.

Jahae, R., Sich begnügen mit dem Ungenügen: Zur mystischen Erfahrung Hadewijchs, Miscellanea Neerlandica XXI, Leuven, 2000.

Jansen, Hans, Dat cruce dat wi metten levenden Gods Sone dragen selen, dat es die soete ellende die men om gerechte Minne draget Br.VI. Een onderzoek naar de mariologie m.b.t. de kruismystiek in de prozawerken van Hadewijch, Purmerend, 1988.

Kalff, G., Hadewych en hare poëzie. In: Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden, 1903, p. 56-58.

Kallen, Mia van der, Een grammaticaal en rythmisch onderzoek van Hadewijchs poëzie. ’s-Gravenhage/Nijmegen, 1938.

Kazemier, G., Hadewijch en de minne in haar Strofische Gedichten. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 87 (1971) p. 241-259.

Knuttel. J.A.N., Hadewijch-Bloemaerdinne. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 35 (1916) p. 81-94.

Kuiper, K., Liederen van Hadewijch, naar de drie bekende hss. kritisch uitgegeven, met eene inleiding en woordenlijst door Dr. Joh. Snellen. Amsterdam, W. Versluys 1907. In: Onze eeuw 8 (1908) deel 1, p. 328-329.

Lange, S. de, Zeg toch, Minne, wanneer weer. In: Trouw, 8 januari 2003, p.12.

Malfiet, Rudi, De andere Hadewijch, Garant Uitgevers, Antwerpen, 2013.

Mierlo, Jozef van, Beata Hadewigis de Antverpia. In: Dietsche Warande en Belfort 27 (1927) p. 787-798 en 833-843.

Mierlo, Jozef van, De 10e Brief van Hadewijch en het 41e der Limburgsche Sermoenen. Invloed van Hadewijch op de Limburgse Sermoenen. In: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie, 1932, p. 373-387.

Mierlo, Jozef van, De ‘Minne’ in de Strophische Gedichten van Hadewijch. In: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie, 1941, p. 687-705.

Mierlo, Jozef van, De Poëzie van Hadewijch, Standaard, Antwerpen, 1931.

Mierlo, Jozef van, “De Vizioenen van Hadewijch”, in hedendaagsch Nederlandsch overgebracht, door Albert Verwey. In: Leuvensche bijdragen 14 (1922) p. 92-94.

Mierlo, Jozef van, Hadewijch als schrijfster van den 10n Brief. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 63 (1944) p. 226­-245.

Mierlo, Jozef van, Hadewijch en Eckhart. In: Dietsche Warande en Belfort 23 (1923) p. 1138-1155.

Mierlo, Jozef van, Hadewijch en Willem van St. Thierry, In: Ons Geestelijk Erf 3 (1929) p. 45­-59.

Mierlo, Jozef van, Hadewijchiana. In: Ons Geestelijk Erf (1943) p. 179-184.

Mierlo, Jozef van, M.H. van der Zeyde. “Hadewijch. Een studie over de mens en de schrijfster”. In: Studiën, 121 (1934) p. 269-273.

Mierlo, Jozef van, Was Hadewijch de gelukzalige Bloemardinne? In: Dietsche Warande en Belfort 24 (1924) p. 52-67 en 106-115.

Mommaers, Paul, De functie van de taal in de mystieke beleving volgens de “Brieven” van Hadewijch. In: Ons Geestelijk Erf 61 (1987) p. 135-­162.

Mommaers, Paul, Hadewijch: schrijfster, begijn, mystica, Altiora, Averbode, 1989. Nieuwe editie met inleiding van Veerle Fraeters, Leuven, 2003.

Mommaers, Paul, Hadewijch in conflict. In: R.E.V. Stuip/C. Vellekoop, Middeleeuwers over vrouwen. I, Utrecht, 1985.

Mommaers, Paul, Het VIIe en VIIIe Visioen van Hadewijch, affectie en mystieke beleving. In: Ons Geestelijk Erf 49 (1975) p. 105-132.

Mommaers, Paul, Het visioen bij de mystica Hadewijch. In: R. Stuip en C. en Vellekoop(red),  Visioenen, Utrecht, 1986, p 199 e.v.

Mortier, E., Een behoorlijk hete tante. Hadewijchs minne. In: Vrij Nederland, 9 maart 2002.

Murk Jansen, S.M., The Measure of Mystic Thought: A Study of Hadewijch’s “ Mengeldichten”, Göppingen, 1991.

Paepe, Norbert de, Hadewijch. In: De vrouw als auteur, (i.s.m. A. Burnier, H. Haasse, D. Schouten e.a.), Muiderberg, 1980, p. 22-38.

Paepe, Norbert de, Hadewijch strofische gedichten: een studie van de minne in het kader der 12e en 13e eeuwse mystiek en profane minnelyriek, Gent, 1967

Paepe, Norbert de, Hadewijchs vijfde visioen en de Apokalyps: dood is niet dood. In: K. Porteman(red.), Uut goeder jonsten: studies aangeboden aan prof. dr. L. Roose naar aanleiding van zijn emeritaat, Acco, Leuven, 1984, p. 13-21.

Paepe, Norbert de, Grondige studie van een Middelnederlandse auteur: Hadewijch, Strofische gedichten, 2 delen, Story-Scientia, Gent, 1968.

Reynaert, Joris, Attributieproblemen in verband met de Brieven van Hadewijch. In: Ons Geestelijk Erf 49 (1975) p. 225­-247.

Reynaert, Joris, De 10e brief van Hadewijch en het 41ste der Limburgse Sermoenen. In: Leuvense Bijdragen 63 (1974) p. 137-149.

Reynaert, Joris, De beeldspraak van Hadewijch, Lannoo, Tielt, 1981.

Reynaert, Joris, Hadewijch en de Bijbel. In: E. Cockx-Indestege en F. Hendrickx(red.), Miscellanea Neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Peeters, Leuven, 1987, dl. II, p. 41-55.

Reynaert, Joris, Hadewijchs 31ste lied en de poëtica van het mystieke. In: De nieuwe taalgids 84 (1991) p. 1-17.

Reynaert, Joris, Het doodsmotief bij Hadewijch. In: Studia Germanica Gandensia 17 (1976) p. 5-18.

Reynaert, Joris, Over Hadewijch naar aanleiding van drie recente publikaties. In: Ons geestelijk erf 54 (1980) p. 280-292.

Reynaert, Joris, Ruusbroec en Hadewijch. In: Ons geestelijk erf 55 (1981), p. 193-233.

Reynaert, Joris, Snellaert en de receptie van Hadewijch in de 19de eeuw. In: Studia Germanica Gandensia, 16 (1988) Huldenummer prof. A. Duprez, p. 157-180.

Schalij, J.M., Richard van St. Victor en Hadewijchs 10de Brief. In: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 62 (1943) p. 219­-228.

Serrure, C. A., De klooster-zuster Hadewig. In: Vaderlandsch Museum voor Nederduitsche Letterkunde, Oudheid en geschiedenis, deel II, Gent, 1858, p. 141-145.

Snellen, J., Hadewigiana. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 27 (1907) p. 1-14.

Snellen, J., Hadewijch Mystica. In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde 35 (1912) p. 114-170.

Snellen, J., Over Marie van der Zeyde; Hadewijch een studie over de mens en de schrijfster. In: Museum, maandblad voor philologie en geschiedenis, 41 (1934) p. 294-296.

Spaapen, B., Hadewijch en het vijfde Visoen. In: Ons Geestelijk Erf 44 (1970) p. 7-­44, 113­-141, 353­-404; 45 (1971) p. 129­-178; 46 (1972) p. 113­-199.

Spaapen, B., Hebben onze 13de eeuwse mystieken iets gemeen met de broeders en zusters van de vrije geest? In: Ons geestelijk erf, 40 (1966) p. 369-39.

Swart, L., Minne loent altoes al coemt si spade, over de strofische gedichten van Hadewijch, Nijmegen, 1986.

Tersteeg, J., Met Hadewijch in de zevende hemel. Bijdrage tot een interpretatie van het vierde visioen. In: H. van Dijk e.a.(red.) In de zevende hemel: opstellen voor P.E.L. Verkuyl over literatuur en kosmos. Passage, Groningen, 1993, p. 137-146.

Todoroff, B. Laat heb ik je liefgehad. Christelijke mystiek van Jezus tot nu. Davidsfonds, Leuven, 2002.

Vanneste, R., Over de betekenis van enkele abstracta in de taal van Hadewijch. In: Studia Germanica I, Gent, 1959.

Vekeman, Herman, Die ontrouwe maectse so diep. Een nieuwe interpretatie van het vijfde Visioen van Hadewijch. In: De Nieuwe Taalgids 71 (1978) p. 385-409.

Vekeman, Herman, Eerherstel voor een mystieke amazone. Het Twee-vormich Tractaetken. Middelnederlandse tekst met hertaling en commentaar. Kok, Kampen, 1996.

Vekeman, Herman, Hadewijch. Een interpretatie van de Br. I, II, XXVIII, XXIX als dokumenten over de strijd rond de wezensmystiek. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 90 (1974) p. 337-­366.

Verdeyen, P., De invloed van Willem van Saint-Thierry op Hadewijch en Ruusbroec. In: Ons geestelijk erf 51 (1977) p. 3-19.

Verdeyen, P., Over de auteur van Mengeldichten 17 tot 24. In: Janssen, J.(ed.) Hoofsheid en devotie in de middeleeuwse maatschappij, Brussel, 1982, p. 156-173.

Verwey, Albert, De vizioenen van Hadewych, De Sikkel, Antwerpen, 1922.

Verwey, Albert, Hadewijch-studie. In: De nieuwe taalgids 28 (1934) p. 223-228.

Weijenberg, Astrid M.H., ‘Orewoet’ en verwante woorden in het werk van Hadewijch en Beatrijs en in ‘Het leven van sinte Lutgart’. Doctoraalscriptie 1987.

Wilbrink, Hans, Amplexio Dei. De omarming Gods. Vergelijkend onderzoek van de mysticologische en sociologische profielen van Hildegard van Bingen en Hadewijch van Brabant, Nijmegen, 2006.

Willaert, Frank, De poëtica van Hadewijch in de Strofische Gedichten, H&S, Utrecht, 1984.

Willaert, Frank, Hadewijch en Augustinus. In: Literatuur 18 (2001) p. 299-305.

Willaert, Frank, Hadewijch en Maria Magdalena. In: E. Cockx-Indestege & F. Hendrickx(red.), Miscellanea Neerlandica. Opstellen voor dr. Jan Deschamps ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, deel II, Peeters, Leuven, p. 57-69.

Willaert, Frank, Het geheugen van Hadewijch. In: Ons Geestelijk erf 80 (2009) p. 3-20.

Willaert, Frank, Is Hadewijch de auteur van de XVIIIe brief? In: Ons geestelijk erf 54 (1980) p. 26-38.

Willaert, Frank, Pelgrims naar het land van de minne. Mystagogie en memoria bij Hadewijch van Brabant. In: P. de Wilde e.a.(red.), Op reis met memoria, Verloren, Hilversum, 2004.

Willaert, Frank, Registraliteit en intertextualiteit in Hadewijchs Eerste Stofische Gedicht. In: L. Herman(red.), Veertien listen voor de literatuur. Huldeboek aangeboden aan Prof. Dr. Clem Neutjens, Pelckmans, Kapellen, 1993, p. 165-190.

Zeyde, Marie van der, De tekst van Hadewychs liederen. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde (1936) p. 11-34.

Zeyde, Marie van der, Hadewijch. Een studie over de mens en de schrijfster, Wolters, Groningen, 1934.

Zeyde, Marie van der, Hadewijch en Duitsland. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 55 (1936) p. 35-40.

Zeyde, Marie van der, Iets over Hadewijchs brieven. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, 55 (1936) p. 291-296.

 

 

 

 

Print Friendly, PDF & Email